Blog

Beats me! – De slagroom op de taart(1)

  • 5 februari 2008

En dan nu de slagroom op de taart: de vergoedingsaanspraken die voortvloeien uit de aan muziek gerelateerde rechten. In de vorige Beats Me! is aan de hand van een denkbeeldige “muziektaart” geïllustreerd dat de taartvulling bestaat uit een rechtenlaag die is opgebouwd uit auteursrechten en naburige rechten. Deze maand staan wij stil bij de “collectieve” auteursrechtvergoedingen. Wie krijgt wat?

Aangenomen dat muziekauteurs door het sluiten van een exploitatiecontract bij Buma/Stemra zijn aangesloten als ook dat hun muziekwerken als zodanig bij Buma/Stemra zijn aangemeld, hebben muziekauteurs recht op een eigen taartpunt. Uitkering vindt plaats aan de hand van de verdeelsleutels uit de repartitiereglementen van Buma/Stemra, na aftrek van administratiekosten. Uitgangspunt is dat componisten voor de openbaarmaking en de mechanische reproductie van hun muzikale composities in Nederland 100% van de door Buma/Stemra geïncasseerde vergoedingen uitgekeerd krijgen, zeg maar de gehele auteursrechtelijke taartvulling. Bestaat het muziekwerk uit tekst en compositie, krijgen tekstdichter en componist allebei 50% van genoemde taartvulling.

De taartdelen worden kleiner indien muziekauteurs met een muziekuitgever een uitgavecontract sluiten. Waar Buma/Stemra de “muziekauteursrechten” bezit, verkrijgt de muziekuitgever de “muziekuitgaverechten” op onder andere de uitgifte van bladmuziek en muzikale bewerkingen. Is zo’n muziekuitgever aangesloten bij Buma/Stemra, bedraagt voor muzikale werken zonder tekst de Buma- taartpunt voor de muziekuitgever 33,34% en de Stemra-taartpunt 50%. De oorspronkelijke taartpunten van de componist lopen aldus terug van 100% tot 66,66% (Buma) en 50% (Stemra). Bestaat het muziekwerk uit tekst en compositie, komen de taartpunten van de componist en tekstdichter uit op 33,33% en die van de muziekuitgever op 33,34%. Genoemde taartpunten van de muziekauteurs en de muziekuitgevers bevatten eveneens inkomsten die afkomstig zijn van de collectieve organisaties De Thuiskopie, Leenrecht en Musicopy.

Voor de eenvoud zijn de taartpunten van de (sub)(tekst)bewerkers, subtekstdichters en subuitgevers buiten beschouwing gelaten en is de gehele muziektaart beperkt gebleven tot de exploitatie in Nederland. Algemeen geldt dat hoe méér rechthebbenden voor het feestje zijn uitgenodigd, ieders taartpunten kleiner zullen uitvallen. Aan de andere kant betekent exploitatie van muziek in het buitenland ook méér inkomsten en dus een grotere taart. Hoe je het ook wendt of keert: it’s all about the money!

Marie José Spit (spit@bousie.nl) Bjorn Schipper (schipper@bousie.nl)

Artikel FRET 2008-3 (Beats Me)

Tags: ,